LPLDD-5A-24V-TP-H Laserdiode Driver

Over de LPLDD-5A-24V-TP-H Laserdiode Stuurmodule

De LPLDD-5A-24V-TP-H Laserdiode Stuurmodule is een professionele driver met thermische beveiliging om optimale prestaties van laserdiodes te garanderen en oververhitting te voorkomen. Deze veelzijdige driver biedt instelbare uitgangsstroom van 0 tot 5 A en maakt modulatiewijzigingen van de diodestroom mogelijk bij frequenties tot 100 kHz. Hieronder vindt u een voorbeeldtest met een moduleringssignaal van 100 kHz blokgolf.

De driver is uitgerust met een robuust thermisch beveiligingssysteem ter bescherming van de laserdiode tegen oververhitting. Onder normale omstandigheden blijft de groene LED branden zolang de thermistor een temperatuur onder de 40 graden Celsius meet. Wanneer de temperatuur 40 graden Celsius overschrijdt, begint de rode LED te knipperen. Bij het bereiken van 45 graden Celsius blijft de rode LED continu branden en schakelt de laserdiode driver automatisch uit totdat de temperatuur onder de 40 graden Celsius daalt. Indien de verbinding tussen de driver en de thermistor wordt onderbroken of verloren raakt, zullen beide LED’s knipperen en moet de driver opnieuw worden ingesteld door de stroomvoorziening te onderbreken en opnieuw aan te sluiten.

Dankzij brede compatibiliteit kan de LPLDD-5A-24V-TP-H een groot scala aan laserdiodes aandrijven die op de markt verkrijgbaar zijn, waaronder diodes met golflengten van 405 nm, 445 nm, 520 nm, 638 nm, 650 nm, 808 nm en 980 nm, met optisch vermogen tot 5 W.

Voorbeeldtest

• 6 W NUBM44 laserdiode (op 3,3 A)
• 15 cm lange 0,35 mm² bekabeling
• 12 V ingangsspanning (@ 10% duty cycle)   
• 80 x 80 x 20 koellichaam op power-MOSFET

Aanbevelingen en vereisten

• Voor het voeden van de laserdiode driver met één enkele voeding in het bereik van 7,5-24 V DC, zorg ervoor dat de jumper is aangesloten. Indien u een laserdiode met lage spanning gebruikt (bijvoorbeeld 3 V), zijn twee voedingen vereist en dient de jumper losgekoppeld te zijn. Het is belangrijk dat de voedingsspanning nauw aansluit bij de vereisten van de laserdiode.
• Voor spanningen lager dan 3,3 V wordt de ingangsspanning bepaald door de formule:
  Vin = 0,2* I + Vd
• Vin - ingangsspanning
• Vd - werkspanning van de diode
• I - werkstroom

• Let strikt op het voorkomen van kortsluiting tussen de + (VCC) van de voeding en -(GND) van de logica- of monitorinvoer, aangezien dit onherstelbare schade aan de dunne logica GND-sporen kan veroorzaken.
• De moduleringsinvoer kan worden gebruikt als TTL-invoer met logicaniveaus van 0 V en 5 V, of als analoge ingang. Analoge modulatie maakt het mogelijk het uitgangsvermogen aan te passen door specifieke spanningsniveaus te gebruiken (bijv. 2,5 V voor 50% uitgangsvermogen, 4 V voor 80% uitgangsvermogen, enz.). Deze ingang kan tevens als PWM-invoer worden gebruikt. De enige vereiste is dat de basisfrequentie van het PWM-signaal zich bevindt tussen 5-20 kHz.
• Wij adviseren het gebruik van voedingskabels met een doorsnede van 0,1*I mm², waarbij I de werkstroom is.
• Afhankelijk van de gebruikte laserdiode en voedingseenheid kan een extra ventilator noodzakelijk zijn om een adequate koeling van de MOSFET’s te waarborgen. Overmatige warmte kan de MOSFET’s beschadigen en tot verbranding van de laserdiode leiden.

Beveiliging

Het voedingstraject van de laserdiode is beveiligd tegen omgekeerde polariteit middels een hoogstroom Schottky diode met lage doorlaatspanning, waardoor de laserdiode wordt beschermd tegen verkeerde spanningsaansluitingen terwijl het vermogensverlies minimaal blijft.

Om de analoge ingang te beschermen is een 5V1 Zenerdiode geïntegreerd om spanningen boven 5 V te weerstaan. Het is echter essentieel om geen hogere spanningen op deze ingang toe te passen.